vrijdag 30 november 2007


Patrick Kavanagh veertig jaar dood
Veertig jaar geleden, midden in de Swinging Sixties, hield de Ierse dichter Patrick Kavanagh er mee op. Hij stierf op 30 november 1967. Kavanagh maakte naam met gedichten als The Great Hunger, On Raglan Road (vertolkt door onder meer Van Morrison en Sinéad O’Connor) en Lines Written On A Seat On The Grand Canal, Dublin. Langs die vaart is tegenwoordig een beeld van Patrick Kavanagh te zien.

Epic

I have lived in important places, times
When great events were decided, who owned
That half a rood of rock, a no-man’s land
Surrounded by our pitchfork-armed claims.
I heard the Duffys shouting ‘Damn your soul’
And old McCabe stripped to the waist, seen
Step the plot defying blue cast-steel –
‘Here is the march along these iron stones’.
That was the year of the Munich bother. Which
was more important? I inclined
To lose my faith in Ballyrush and Gortin
Till Homer’s ghost came whispering to my mind.
He said: I made the Illiad from such
A local row. Gods make their own importance.

(Collected Poems, Macgibbon and Kee, 1964)

Hetgeen ik omzette naar Epos:

Ik heb geleefd in belangrijke plaatsen, in tijden
Waarin over grote zaken werd beslist, zoals wie dan
Wel de eigenaar was van een halve roede steengrond,
Een niemandsland omgeven door onze met hooivorken
Bewapende claims. Ik hoorde de Duffys roepen ‘Vervloek uw ziel’
En zag de ouwe McCabe met ontbloot bovenlijf het lapje grond
Betreden terwijl hij het blauwgegoten staal trotseerde –
‘Hier langs deze ijzersteen loopt de grens’.
Dat was in het jaar van al dat gedoe in München. Wat
Was belangrijker? Ik stond op het punt
Mijn geloof in Ballyrush en Gortin te verliezen
Toen Homerus’ geest me iets in kwam fluisteren.
Hij zei: Ik schreef de Illias naar aanleiding van net zo’n
Burenruzie. Goden zorgen voor hun eigen gewichtigheid.

donderdag 29 november 2007


De ontbrekende omslag
Dick Matena, zelf begenadigd striptekenaar, is zijn hele leven lang al een fan van Eric de Noorman van Hans G. Kresse. Hij wijdde er de leuke Mijmeringen bij een mythe (Atlas, Amsterdam/Antwerpen, ISBN 978 90 450 1360 2, 2007) aan. Matena spaarde de reeks avonturen van de kloeke viking dubbel omdat de Vlaamse reeks smaakvoller werd uitgegeven. Daar werd niet gesleuteld aan het formaat van de stroken, er vielen er ook geen weg, maar de boekomslagen waren altijd hetzelfde (al was de steunkleur per deeltje anders). De Nederlandse boekjes werden, ongehinderd door liefde voor het onderwerp, afgeplat, afgesneden, ingekort en opgeschort maar hadden wel telkens weer een prachtige nieuwe omslag. Vandaar dat Matena de drieste avonturen van de koene Noorse koningszoon in duplo heeft. Op De dodenridders na. Daar hield Kresse zelf niet van. Een echt boeiend verhaal vond ook Matena het niet. Maar wat hij wél jammer vond is dat er nooit een omslag voor De dodenridders is gemaakt. En dat gemis heeft hij dan maar goedgemaakt door er zélf een te maken. Dát zijn nog eens liefhebbers!
Eindelijk een stoep
Wanneer ik uit het raam kijk zie ik uit op de drukste straat van het land: d’n Boulvaar, zoals de inboorlingen zeggen. Die bestaat uit (van noord naar zuid) Italiëlei, Frankrijklei, Britse Lei en Amerikalei. Dankzij toenmalig Vlaams minister van ruimtelijke ordening Steve Stevaert werd er éindelijk voortvarend begonnen met de heraanleg daarvan, de bouw van een vier verdiepingen diepe parkeergarage onder het kruispunt voor de Nationale Bank hier en de realisatie van een tunnelsysteem waarvoor ook onze Bourlastraat jarenlang open heeft gelegen. Ineens was de eerste fase klaar, en dachten we dat de afwerking zou beginnen. Niemand bij de betrokken eigenaren van het terrein (de Stad Antwerpen, de Provincie Antwerpen, het Vlaams Gewest, De Lijn) had er klaarblijkelijk bij stil gestaan dat coördinatie een vak apart is. Al twee jaar, twéé jaar zijn de grote infrastructurele klussen geklaard en al net zo lang (twéé jaar!) zijn de hoeken van de Bourlastraat met de Frankrijklei een zandbak. Maar ziet: ineens werden vrijdagmorgen camions met Chinese arduinen trottoirtegels en rode zandstenen voor het fietspad gelost. “Benieuwd hoe lang we dáár tegenaan zullen mogen kijken,” wilde ik mompelen toen ik een eerste stuk fietspad de hoek al om zag komen. En ook met het voetpad werd begonnen. Maandagmorgen werd keurig doorgewerkt en nu is de boel quasi klaar. ’t Kán dus wel snel. Misschien waren ze een en ander gewoon vergeten?




woensdag 28 november 2007


William Blake ‘jarig’
William Blake, die vandaag precies 250 jaar geleden in Londen het levenslicht zag, was behalve dichter ook beeldend kunstenaar. Hij schilderde en tekende. Behoorlijk wat origineel werk van hem is momenteel in Gent te zien op de expositie British Vision in het Museum voor Schone Kunsten. Bijgaande illustratie toont De steniging van Acham, uit 1800. Deze wegbereider voor de prerafaëlieten schreef mystieke poëzie vol symbolisme. Die nog immer in druk is!

The Voice of the Ancient Bard

Youth of delight, come hither,
And see the opening morn,
Image of truth new-born.
Doubt is fled, and clouds of reason,
Dark disputes and artful teasing.
Folly is an endless maze,
Tangled roots perplex her ways.
How many have fallen there!
They stumble all night over bones of the dead,
And feel they know not what but care,
And wish to lead others, when they should be led.

dinsdag 27 november 2007


De man die zijn volk leerde….
Op het Conscienceplein in hartje Antwerpen (het meest Italiaanse pleintje buiten Italië) vind je het standbeeld van Hendrik Conscience, of wat dacht je wat? Dat is de auteur van De Leeuw van Vlaanderen, en De man die zijn volk leerde lezen. Of de jongere generaties dat nog weten durf ik niet te zeggen. Eerder lijken zij er verantwoordelijk voor dat de zwaarbebaarde auteur overkomt als De man die zijn volk leerde drinken….

maandag 26 november 2007


Buitengaats in de krant
Het is leuk om in bloemlezingen of andere verzameluitgaven te staan die nou eens een beetje publiciteit genereren. Want dichtbundels kunnen dat op eigen kracht veelal niét. Er staat poëzie van mijn hand in De Tuinscheurkalender 2008, en zo’n editie wordt zelfs in een nieuwste snufjesrubriek van De Standaard Magazine gespot! En wat Buitengaats betreft: dat is slechts een klein artistiek project, dus is het extra aardig als daar aandacht aan wordt gegeven: in West-Brabant konden wakkere lezers vernemen wat Ron Scherpenisse en uw dienaar recentelijk uit de mouw schudden:

http://www.internetbode.nl/DorisEpaper/15%20De%20Bergen%20op%20Zoomse%20Z/epaper/page39.htm

zondag 25 november 2007


Kleine Johnny
Kleine Johnny kon jammer genoeg nog niet praten. Zo kon hij moeder niet waarschuwen dat in luttele seconden het ganse plafond naar beneden zou komen....Danny Braem koopt op rommelmarkten dozen vol oude, anonieme foto’s op en blaast die nieuw leven in door er een ‘passende’ tekst bij te bedenken. Hij is op stoom aan het geraken, en heeft reeds een aanzienlijke collectie in de steigers staan. Die gaat op een website komen. Zodra die er is wordt daar hier onmiddellijk melding van gemaakt. Want die hoort straks natuurlijk bij een ieders Favorieten te staan!

Ouderwetsch
Dit weekeinde was onze vriend Kees Wagtmans op bezoek. Ouderwetsch zitten bomen, naar Gregoriaans zitten luisteren, en lekker gegeten en gedronken. Aan de andere kant van de ramen was het onstuimig. Binnen lekker warm, buiten weer voor mutsen….

zaterdag 24 november 2007


Een vak apart
Goed, Mission accomplished zul je hem niet meer hardop durven zeggen maar voor het overige doet George Bush Junior gewoon alsof alles in het Tweestromenland naar wens verloopt. Misschien moet ik hem toch deze foto doorsturen? Want waar het ‘zijn jongens’ maar niet lukt om orde op zaken te stellen in Perzië kunnen de mannen van deze Vlaamse firma wellicht het goede voorbeeld geven….

vrijdag 23 november 2007


Sterke genen
Ik kijk in de Zoo niet graag naar apen. Die horen buiten, in bomen en zo. Maar ik heb een zwak voor de mutslangoer. Wetenschappelijke naam : Presbytis cristatus. Semnopithèque brun in het Frans. Hauben Langur in het Duits. Silvered langur in het Engels. Hun gezichten lijken wel van marsepein. Deze week bleek er ineens gezinsuitbreiding. Het mutslangoermannetje is ros, en heeft sterke genen. Alle wijfjes zijn namelijk zwart, maar het jong is net zo ros als papa. Wat een mooi contrast. Ook heeft de kleine wat we in mensentaal flaporen noemen. Wie de moeder is werd me niet helemaal duidelijk omdat de vrouwtjes beurtelings voor de zuigeling zorgen.

donderdag 22 november 2007


Meningen over Geef ons heden
Grappig om te zien hoe door een berichtje op De Contrabas over mijn weblog Geef ons heden her en der klavieren werden beroerd:

http://decontrabas.typepad.com/de_contrabas/2007/11/geef-ons-heden.html#comments

woensdag 21 november 2007


Willem van Oranje oorlogsmisdadiger
Het is een schande die niet makkelijk uit te wissen valt in Den Haag, maar nog tot diep in de Moderne Tijd was het katholieken in Nederland verboden een openbaar ambt te bekleden. Eindelijk historische gerechtigheid voor die Nederlandse katholieken, en dan meer bepaald de Brabantse en de Limburgse. Eeuwenlang is de mythe er in geramd, maar dankzij historicus Leo Adriaenssen kennen we nu de waarheid. In zijn proefschrift Staatsvormend geweld. Overleven aan de frontlinies in de Meierij van Den Bosch, 1572-1629 toont hij aan dat Willem van Oranje voor ‘ons’ (ik identificeer mij als katholieke Brabantse Europeaan) een oorlogsmisdadiger is geweest. Ik mocht die vent al nooit. Een ‘vader des vaderlands’ die geen woord Nederlands sprak is mij altijd een doorn in het oog geweest. Willems oorlogsmisdaden bestonden, zo bewijst Adriaenssens, uit het in brand steken van dorpen, het onder water zetten van landerijen en het verwoesten van oogsten. Van Oranje voerde bewust een tactiek van de verschroeide aarde, een uithongeringspolitiek, die er toe leidde dat in de Meierij rond Den Bosch tussen 1580 en 1600 niet minder dan 70% van de bevolking het leven liet. De Brabantse bevolking profiteerde niet van de strijd die Willem van Oranje voerde, maar was er slachtoffer van. De Tachtigjarige Oorlog was, zoals de machthebbers ons altijd wilden doen geloven, helemaal geen bevrijdingsoorlog van het volk maar van een groep gegoede burgers met zakelijke belangen overzee die veilig achter het Hollandse water zaten. Willem van Oranje was helemaal niet bezig met de ‘bevrijding’ van het Nederlandse volk, simpelweg omdat dat volk destijds niet bestond. Een Brabander voelde geen enkele band met kooplieden in de Hollandse en Zeeuwse steden. De motieven van de strijd die Willem van Oranje voerde moeten, zo stelt Adriaenssens, vooral worden gezocht in de behoefte tot het veilig stellen van de belangen van zijn machtige zakenvrienden en van zijn persoonlijke privileges. Willem van Oranje was immers niets meer dan een omhooggevallen ambtenaar die uit de gunst van koning Philips II was gevallen. Dat het begin van de Tachtigjarige Oorlog (‘De Opstand’) achteraf in het kader van natievorming altijd is uitgelegd als een ‘vrijheidsstrijd’ is logisch, maar historisch gezien alleen waar voor de protestanten.

dinsdag 20 november 2007


Geheimzinnige deur
Het leven zit vol raadselen. Dat maakt het ook zo boeiend. Zo liep ik aan de achterkant van het station Gent-Sint-Pieters langs deze deur. De vraagtekens vlogen er onmiddellijk heen. Wat is dit voor merkwaardige situatie? Betreft het hier een constructiefout, of schuilt hier een mysterieuze bedoeling achter? In concreto: waarom bevindt de drempel van deze doorgang zich op borsthoogte?

maandag 19 november 2007


Hoog niveau
Hoe hij het presteert is een raadsel, maar dagelijks haalt Canary Pete, de huiscartoonist van de Gazet van Antwerpen, een griezelig hoog niveau. Ook vandaag is hij weer briljánt. Deze tekening zegt veel meer dan paginalange politieke analyses en beschouwingen (al spel ik ook die allemaal van a tot z).

Kolonel retour
Een van de mensen bij wie ik een exemplaar van Buitengaats in de bus stak was Benjamin Demeyere. Blij dat ik zulks gedaan heb, want als bedankje kreeg ik van hem Kolonel Bevers retour. Die u hierbij afgebeeld ziet.

zondag 18 november 2007


Rembrandt 1969

de wereld
is een folterkamer
waarin voor wie
erin raakt alleen
nog kracht te putten
valt uit een roestige
spijker in de muur
die een originele
Rembrandt draagt
voorstellende
Het Breken Van Het Brood
door twee soldaten
die juist hun boterhammetje
opaten

Kijk, kijk, kijk. In het Poëziecentrum kom ik bladerend in 100 Dichters Kahier 1970, nummer 1/2 van de derde jaargang van het tijdschrift voor literatuur en kommunikatie (de veelvuldige k’s waren toentertijd hip) Yang, dit gedicht van Cornelis Jan Aarts tegen. Bij mijn weten het enige dat ooit van hem verscheen. Kees werd immers vooral uitgever C.J. Aarts, waarbij zoveel liefdevol gestencilde en smaakvol vormgegeven dichtbundels het licht zagen. Hij stelde samen met Willy Tibergien ook jarenlang Aarts’ Letterkundige Almanak samen. Op deze foto uit 1983 van links naar rechts Victor Vroomkoning, Bert Bevers en Cornelis Jan Aarts waarvan we nu weer weten dat hij ook even dichter is geweest.

zaterdag 17 november 2007


Blauw, blauw, blauw
Terwijl Thé Lau met zijn Scene uit de luidsprekers golft met Blauw, blauw, blauw verschijnt er een berichtje in mijn postbus met een prachtfoto die Danny Braem maakte van dat majestueuze stadhuis van Smurfwerpen, eh…Antwerpen.

vrijdag 16 november 2007


Van bromrund tot knoros
In de Koningin Fabiolazaal in Antwerpen is momenteel de tentoonstelling Portret van een woordenaar – Cornelis Kiliaan (1530-1607) en het woordenboek in de Nederlanden te zien. Die is de moeite waard. De expositie is aantrekkelijk en smaakvol ingericht, en op originele wijze aangelicht. In rijen vitrines liggen oude woordenboeken opengeslagen. Topstuk is het levenswerk van Kiliaan, het in 1599 in Antwerpen verschenen Etymologicum Teutonicae Linguae, het eerste verklarende woordenboek van de Nederlandse taal. Maar er zijn ook recentere exemplaren. Zo leert een blik in het Modern Woordenboek uit 1930 bij yak (tegenwoordig is de officiële spellingswijze jak) dat het dier ook wel bromrund wordt genoemd. Nu staat er als synoniem knoros. Verder leert ons het Tetraglotton uit 1562 dat het de tot nu toe vroegste vermeldingen bevat van de woorden algemeen, balorig, cilinder, damhert, heks, kotsen, schokken en wuft. Dus mócht iemand je eens vragen wat de overeenkomst is tussen een damhert en een heks, of tussen kotsen en schokken….

donderdag 15 november 2007


Flanders Today nuttig initiatief
Een goed idee van Vlaams minister van (onder meer) Buitenlands Beleid en Media Geert Bourgeois om een Engelstalige krant in het leven te roepen die het reilen en zeilen hier toelicht. Maar al te dikwijls immers steken buitenlandse correspondenten voor hun berichtgeving over België hun licht op bij RTBF, RTL, La Dernière Heure, Le Soir, Vers L’Avenir of La Libre Belgique. Franstalige media dus. Hetgeen de buitenlandse blik op wat er zich hier écht afspeelt vertroebelt. Hoe kunnen buitenlandse correspondenten een zuiver beeld krijgen, als de Belgische Franstalige media zich journalistiek niet onafhankelijk opstellen maar integendeel hun lezers (en dus ook veel politici) ophitsen tegen die ‘fascistische en racistische’ Vlamingen? De na de stemming over de splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde het meest in de buitenlandse pers geciteerde Belgische politicus was Yvan Mayeur van de PS, die benadrukte dat er altijd een zeker evenwicht is geweest ‘maar dat dat nu harteloos verstoord is door de Vlamingen’. Flanders Today is dus, zoveel moge duidelijk wezen, een uiterst nuttig initiatief. De krant doet het gelijk redelijk goed. Geen hoog holadiejee-gehalte, maar een objectieve weergave van de huidige crisis. Want daar kan natuurlijk niemand omheen. Is this the beginning of the end for Belgium?

Buitengaats
Mijn linkerpols (ik ben linkshandig) weer eens flink geoefend. Mijn vriend Ron Scherpenisse op bezoek gehad met Buitengaats, het liefdevol ontworpen boekje dat hij maakte met tekeningen bij mijn gedichten Buitengaats, Over het water en In het hoekje naast de dingen. En in elk exemplaar daarvan zetten we onze handtekening. Het was een aangename signeerklus.

woensdag 14 november 2007


In memoriam Hans Hoefnagels
Uit de oude doos een opname die Frans de Looij in 1974 maakte tijdens eens poëzieavond die uitgeverij WEL organiseerde in De Moyses in de Fortuinstraat in Bergen op Zoom. Van links naar rechts Hans Hoefnagels, Cees van Dongen, Bert Bevers en Adrie van Zielst. Wat later zou Hans in het ziekenhuis belanden. Daar schreef hij de Gipsen Gedichten, in 1975 bij WEL verschenen. Daaruit:

te laat

ze duwen
een deur
tussen mij
en de dood op de gang
hij is echter al
in me

Vandaag zou mijn zwager Hans zaliger nagedachtenis zestig jaar zijn geworden.
Oneens
Kort geleden citeerde ik van Paul Cox, uit zijn onlangs verschenen derde dichtbundel Genade met wijnvlek, nog de fascinerende regels:

Hier
moeten wel kabouters zijn
want ik zie er geen
en kabouters zie je nooit

Welnu, de eigenaar van deze fraaie stadse voortuin is het daarmee met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid hartgrondig oneens.


René De Clerck voorganger Kris Peeters
Er is een tijd geweest dat je als leraar ontslagen werd wanneer je actief was in de Vlaamse Beweging. Het overkwam de dichter René De Clercq, auteur van bundels als Toortsen, De zware kroon, De noodhoorn en Het boek der liefde. Hij schreef niet alleen gedichten maar was ook maatschappelijk actief. De Clercq werd in 1916, in volle Groote Oorlog, voorzitter van de Raad van Vlaanderen – een oerversie van het Vlaams Parlement. Zou er vandaag nog ergens iemand zijn die weet dat René De Clercq het levenslicht zag op 14 november 1877, vandaag 130 jaar geleden?

dinsdag 13 november 2007


In memoriam Francis Thompson
De katholieke Engelse dichter Francis Thompson (in 1859 in Preston ter wereld gekomen) schreef beeldrijke en klankvolle poëzie. Zijn studies godgeleerdheid en geneeskunde maakte hij niet af, maar hij raakte wel verslaafd aan opium. Zijn bekendste werk is het gedicht Hound Of Heaven, waarvan hier het begin:

I fled Him, down the nights and down the days;
I fled Him, down the arches of the years;
I fled Him, down the labyrinthine ways
Of my own mind; and in the mist of tears
I hid from Him, and under running laughter;
Up vistaed hopes I sped;
And shot, precipitated,

Adown Titanic glooms of chasmed fears,
From those strong Feet that followed, followed after.
But with unhurrying chase,
And unperturbed pace,

Deliberate speed, majestic instancy,
They beat — and a Voice beat
More instant than the Feet—
“All things betray thee, who betrayest Me.”

Thompson (afgebeeld op bijgaande portretstudie van Vaughn Lyttors) schreef Hound Of Heaven, dat bol staat van de mystiek en symboliek, in 1893 toen hij voor een ontwenningskuur verbleef in een dominicaner klooster bij Storrington. Hij stierf in Londen op 13 november 1907, vandaag exact een eeuw geleden.
Stanley Spencer vereeuwigt Cookham
Zijn woonplaats Cookham is door Stanley Spencer meermaals vereeuwigd. In landschappen, straatbeelden, tuintaferelen maar ook omdat hij er Jezus Christus liet preken (onder meer op Christ Preaching At Cookham Regatta), en er de doden liet verrijzen (bijvoorbeeld op het bijgaande The Resurrection: Reunion Of Families). Elementen die samenkomen in een gedicht dat ik schreef. Het verscheen in de bundel In de buurt van de wereld (Uitgeverij Kleinood & Grootzeer, 2002, ISBN 90 76644 23 3). Ook Matthew Sweeney (en zijn oma) figureren erin, alsmede Andy Rogers. Matthew is een Iers dichter, die onder meer de bundels The Bridal Suite en The Ice Hotel op zijn naam heeft staan. Er verscheen werk van hem in De Houten Gong, het tijdschrift voor poëzie dat ik begin van deze eeuw uitgaf. Andy is gitarist, startte met The Liverpool Scene, werkte met Pink Floyd en is al decennia de muzikale wederhelft van Ian Mathews. In zijn vrije tijd luidt hij uit liefhebberij klokken. Hij kan honderduit vertellen over de vele (wel 5040!) variaties die je met klokken ten gehore kunt brengen. En hij vertelde het verhaal van een man wiens arm geamputeerd moest worden omdat die af aan het sterven was door zijn jarenlange gebeier....

Bijgaande foto herinnert aan een warme zomernacht op het Mechelseplein na een optreden van Matthew en Andy tijdens Dichters in het Elzenveld. Het werd een uiterst genoeglijke doorzaksessie. Van links naar rechts Bert Bevers, Peter Nijmeijer (die mijn gedicht naar het Engels omzette), Andy Rogers en Matthew Sweeney. De laatste vertelde trouwens een fraaie anekdote: er verscheen ooit een gedicht van hem in The Sunday Times, dat merkwaardigerwijze zeer in de smaak viel bij een van de amper literair geschoolde boerenzussen van Nobelprijswinnaar Seamus Heaney. Die zus had het uitgeknipt en in de keuken op het prikbord gehangen. Heaney vertelde Sweeney dat hij daar echt jaloers op was, en dat zijn zus helemaal geen gedichten van hém kende. Laat staan in de keuken had hangen….

Cookham door Stanley Spencer en
Jezus Christus aan de vergetelheid ontrukt

Gemeen aan Jordaan en Theems is het water. Wat nog?
Natuurlijk de aanwezigheid van Jezus Christus.
Want de verlosser predikte niet enkel in Kafarnaüm,
Gadara en Genezaret maar deed ook Cookham,
Berkshire, aan. Kijk er Stanley Spencer maar op na.

De schilder bedenkt ons. Met prekend de koning
der joden tijdens regatta’s. Met punters vol mensen
die zich verbazen over dit tegengif voor wantijd.
Op de oevers begerig beschouwen. Hier en daar
toch ongelovigen ook, vrouwen veelal. Koudogige.

Zelfs massale verrijzenis in het dorp laat hen onbewogen,
alsof ze een bioscoop leeg zien lopen. Herkennen ze dan
Matthew Sweeney’s oma niet die jonger en dunner
dan ooit opstaat uit de doden? Zijn ze ervaren in verdwalen?

In mijn geheugen is het gebeier van de kathedraal getatoëerd.
Drieslagsmaten. Vijfduizendveertig variaties.
Een man die veertig jaren klokken luidde moest van een arm af

Cookham saved from oblivion by
Stanley Spencer and Jesus Christ

Common to Jordan and Thames is water. What else?
The presence of Jesus Christ, of course.
Because the saviour not only preached in Kafarnaüm,
Gadare and Genesaret, but he called at Cookham,
Berkshire, too. Just check out Stanley Spencer.

The painter remembers us. With the king of Jews
preaching during regatta’s. With punts full of people
looking astonished at the antidote for double time.
On the banks greedy contemplation. Here and there
some unbelievers yet, mostly women. Cold-eyed.

Even the mass resurrection in this town leaves them immobile,
as if they watch a cinema running out. Don’t they recognize
Matthew Sweeney's granny who rises younger and slimmer
than ever from the dead? Are they practised in getting lost?

The chiming of the cathedral is tattood in my recollection.
Three-four time. Fivethousandandforty possible variations.
A man ringing the bells for forty years has to part with an arm

Stanley Spencer geboren verteller
Stanley Spencer leerde ik kennen via de Ierse dichter Matthew Sweeney, die hem de belangrijkste moderne Britse kunstenaar vindt. Een mening die ik met hem deel. Zijn zelfportret uit 1936, hierbij afgebeeld, is een van de topstukken van de tentoonstelling British Vision. Elk schilderij van Spencer (1891-1959) is een aantrekkelijk mysterie. Je kunt er je eigen fantasie op los laten, of proberen de afbeelding in een interpretatie te kaderen. Het maakt niet uit: de schoonheid ervan blijft. Hij werkte dikwijls in reeksen (Christ Preaching At Cookham Regatta, Shipbuilding On The Clyde of The Resurrection), die als volkomen vanzelfsprekend als een geheel overkomen, maar waarvan de onderdelen afzonderlijk net zo spannend zijn. Zijn kleurgebruik is innemend, en zijn onderwerpkeuze telkens prikkelend. Het Museum voor Schone Kunsten in Gent heeft nu werkelijk representatieve topstukken uit ’s mans oeuvre in huis, als John Donne Arriving in Heaven (1911), The Crucifixion (1921), The Betrayal (1923), en Hilda, Unity And Dolls (1937). Fascinerend zijn er voorts de zelden te bewonderen studies in potlood en inkt zoals Study For Zacharias And Elizabeth (1913) en Elsie Chopping Wood In The Coal Cellar (1944). Stanley Spencer is een geboren verteller, waarvan je de verhalen nimmer zult ontraadselen.

maandag 12 november 2007

Eindelijk Arabisch
Al lang spaar ik boodschappenlijstjes. Zodra ik er een zie liggen in boodschappenwagen of mandje steek ik het in mijn zak. Dagelijks vul ik er mijn blog Geef ons heden mee aan. Het leert ons op hoeveel verschillende manieren je yoghurt fout kunt schrijven, wat bier is in het Pools, welke groenten Franstaligen liefst eten, wat Turken graag drinken en wat dies meer zij. Tot vandaag vond ik merkwaardigerwijze niet één boodschappenlijstje in het Arabisch. Vanmiddag was het zo ver. Het vult, hoe bescheiden dan ook, een lacune op....

http://www.geefonsheden.blogspot.com/
British Vision niet helder
In Gent bekeek ik in het vernieuwde Museum voor Schone Kunsten de tentoonstelling British Vision – Observatie en verbeelding in de Britse kunst 1750-1950. Waar het Verenigd Koninkrijk de wereld wat cultuur betreft de wereld beslist verrijkte op het gebied van literatuur en popmuziek heeft het naar mijn mening amper belang op het vlak van beeldende kunst en klassieke muziek. De mooi ingerichte en pretentieus opgezette expositie bevestigde die gedachte alleen maar. Er zijn interessante vroege foto’s te zien, van onder meer Julia Margaret Cameron en Roger Fenton, en knap neogotisch hyperrealisme van Robert Braitwaite Martineau (Kit’s Writing Lesson uit 1852) en John Everett Millais (het hierbij afgebeelde The Woodman’s Daughter uit 1886). Mijn goedkeuring konden ook de charmante illustraties wegdragen die John Fenniel vervaardigde bij Through The Looking-Glass And What Alice Found There van Lewis Carroll (1871), een eenvoudige studie in bruine inkt, wit krijt en waterverf als Primrose Hill uit 1811 van John Linnell, de trefzekere landschappen On The Downs (Wiltshire Landscape) (1924) van William Nicholson en Saint Giles, Cripplegate van William Coldstream (1946) alsmede de intrigerende portretten Lytton Stracchey (1914) door Henry Lamb en John Cartwright (1779) door John Henry Fuseli. Maar ik schrok echt van het niveau van het werk van beroemde kunstenaars als die andere Prerafaëliet (Hunt en Millais hoorden ook bij die groepering) Dante Gabriel Rossetti. Er zijn een paar goede tekeningen van hem te zien, maar zodra hij gebruik ging maken van verf ging het fout. Ik vind zijn Beata Beatrix, nota bene de folder van de tentoonstelling sierend, haar roem niet waardig. Het doek verbleekt eenvoudigweg bij bijvoorbeeld de vergelijkbare Maria Magdalena (die in de vaste Gentse collectie te bewonderen is) van Alfred Stevens, die Rossetti qua techniek en verbeeldingskracht glansrijk overstijgt.

Ook begrijp ik absoluut niet waar de grote naam van Joseph Turner op gebaseerd is. An Industrial Town, Probably Birmingham uit 1831 is eenvoudigweg een lelijke, sléchte aquarel. Zijn landschappen ogen in eerste instantie nog best aardig, maar als je bijvoorbeeld de figuren op zijn Frosty Morning ziet begrijp je waarom hij in de abstractie vluchtte. De vele landschapsschilderijen hier lijken gemaakt om gereproduceerd te worden op koektrommels. De meeste landschappen worden letterlijk ontsierd door de menselijke figuren die er zo nodig ook op moesten. Meer dan poppetjes zijn het niet. Een verademing is dan het geslaagde Newmarket Heath, With A Rubbing-Down House uit 1765 van George Stubb, want wat volk betreft leeg. Ford Madox Brown kan me niet overtuigen met zijn karamellen romantiek en Arthur William Devis spreidt vooral een hoog wel-willen-maar-niet-kunnen-gehalte tentoon. En eigenlijk viel het werk van William Blake me in het echt toch ook best tegen. Datzelfde geldt voor dat van Constable (van wie ik zijn studies, waarop hij ferme krachtige streken los durft te laten, als Flatford Mill From The Tow Path uit 1813 nog het meest overtuigend acht) en Gainsborough. The Menin Road van Paul Nash, een herinnering aan de loopgraven bij Menen, oogt als een prentje uit een kinderboek vergeleken bij de hallucinante oorlogsimpressies van bijvoorbeeld Otto Dix. De Girl With Roses van Lucian Freud (inderdaad de kleinzoon van, en ondertussen zeer beroemd) is een goed schilderij, maar stilistisch gewoon geját van Gustave Van de Woestijne. De gustibus non est disputandem, ik weet het, maar al bij al vind ik British Vision niet helder en heb ik er geen idéé van waarom de ondertitel Observatie en verbeelding moest luiden. Daar kun je alle kanten mee uit, of geen een. Gelukkig zijn de werken van Francis Bacon (uit de vijftiger jaren Man In Blue, The Cardinal en een studie naar het gezichtsmasker van William Blake) wel boeiend. En er waren toch ook een paar Wauw-ervaringen. Zo heb je na een paar best leuke tekeningen van Richard Hamilton ineens báf A Rake’s Progress voor ogen, een geweldige batterij van zestien briljante etsen van David Hockney. Maar bovenal, en zijn schilderijen en tekeningen alleen al maken een bezoek aan British Vision de moeite waard, is er het wonderschone werk van de hier veel te weinig bekende Stanley Spencer. Daarvoor ging ik, en ik werd niet teleurgesteld want er was een ruime keuze uit zijn oeuvre naar Gent gebracht. Doeken uit privécollecties, en galeries en musea uit Aberdeen, Amsterdam, Belfast, Leeds, Londen en Newcastle.

www.britishvision.be

zondag 11 november 2007

Feest bij Albert
Feestelijke bijeenkomst in Bergen op Zoom gisteren, waar mijn vriend Albert Hagenaars de Sakkoprijs voor Kunsten en Letteren 2007 kreeg overhandigd. Een oeuvreprijs die hem van harte gegund is. Ik had vier gedichten uit zijn werk gekozen om voor de microfoon te brengen: Zomeravond, In memoriam matris, Montreuil en Winter 2003. Veel volk kwam Albert in stadspaleis Het Markiezenhof gelukwensen. Na afloop was er in De Draak (de oudste herberg van Nederland) voor genodigden een smakelijke Brabantse koffietafel, die in nog kleinere kring met een borrel werd afgesloten door van links naar rechts Geertje Bevers, Marianne Brouwers, Frans Mink, Albert Hagenaars, Mark de Cock, Sitiwahyuningsih en Bert Bevers.

Drie maal is scheepsrecht
Gisteren in de Tuinzalen van Het Markiezenhof, waar mensen Albert Hagenaars konden feliciteren met zijn Sakkoprijs voor Kunsten en Letteren, wat bij staan kletsen met Maarten van den Elzen, poëet, stadsdichter van Uden en uitgever van de Hoenderbossche Verzen. Aardige vent. Later op de middag (hij had van de gelegenheid gebruik gemaakt om het gemeentemuseum te bezoeken) kwamen we hem nog eens tegen op de Bergse Grote Markt, waar hij een in dat museum aangeschaft exemplaar van de kermisbloemlezing die ik onlangs samenstelde uit zijn tas toverde omdat hij er een handtekening in wilde. Zo zie je elkaar lang niet (de laatste keer was vorig jaar tijdens een poëziemiddag in Utrecht), en zo twee keer kort na elkaar. Dáchten we. Want wié stond er op het perron van het station toen we huiswaarts gingen? Juist: wéér Maarten van den Elzen…:

zaterdag 10 november 2007


Bloemenzee bij de kleine pastoor
Op de begraafplaats aan de Van Heybeeckstraat in Merksem, waar ik nieuwsgierig overheen kuierde toen ik er toevallig passeerde, onder de indruk geraakt van een staaltje levende volksdevotie. Hermanneke Wijns, een vroom Merksemnaartje dat in 1941 op amper 10-jarige leeftijd overleed, wordt er aanbeden. Hermanneke, die in zijn korte leven geestdriftig misdienaar was, zou volgens gelovigen meerdere malen door moderne profeten zijn ‘gezien’, en zou tegen zeker één dame ‘gesproken’ hebben. Hoe het ook zij, Hermanneke zou genezen. Rond zijn graf hangen en staan hónderden dankbetuigingen. Op de laatste rustplaats van zijn ouders, naast de zijne, staat één bos bloemen. Op het graf van Hermanneke, een aanvraag voor zijn zaligverklaring is lopende, vind je een heuse bloemenzee. Ook anno 2007, 66 jaar na zijn overlijden, is de kleine pastoor, niet vergeten….

vrijdag 9 november 2007

Langer
Net als een man heeft een (masculiene) giraffe zeven halswervels en één piemel, maar ze zijn stuk voor stuk wel beduidend langer….

donderdag 8 november 2007


Vleesklakken
Als dichter ben je gewend aan eerder kleine oplagen. Het is dan ook leuk co-auteur te zijn van een boek waarvan ondertussen al tienduizend exemplaren verkocht zijn: het Antwaarps-Nederlands Woordenboek dat ik met collega-dichter Tony Rombouts maakte. Daarvan is nu al de vierde druk uit! Ik moet niet vergeten een aanvulling te verwerken in een eventuele vijfde. Want ik leerde onlangs een fraai Antwaarps woord kennen voor een kaalkop (op onderstaande foto ziet u mij met collega-dichter Roger Nupie rechts naast me als sprekende voorbeelden): vleesklak!

http://www.artus.be/auteur.php?auteur=1

woensdag 7 november 2007


Handwissel
Behalve een sympathieke vent, een goeie gitarist en een puike quizzer is Ad Verbraak meer en meer ook een Blake & Mortimeroloog: nu ontdekte hij opnieuw een regiefout van Edgar P. Jacobs. Die laat op bladzijde 52 van Het geheim van de grote pyramide (Het manuscript van Manethon) Mortimer met de linkerhand naar schobbejak Skarkey reiken, terwijl die (de linkerhand, niet Sharkey) een fractie van een seconde later een rechterhand is geworden….

Ontvlucht de menigte
“Technisch gezien is de vooruitgang noodzakelijk, voor de ziel is hij helemaal niet noodzakelijk.” Dat schreef Vasili Rozanov in 1915, en anno 2007 is het nog hoogst actueel. Deze Russische schrijver (1856-1919) noteerde sowieso veel gedachten, gebloemleesd in Roem is een slang (Arbeiderspers, ISBN 90 295 3618 7) die mij na aan het hart liggen. “Alleen voel ik me goed, en in gezelschap van anderen ook. Ik ben noch een eenling, noch een gezelschapsmens. Maar wanneer ik alleen ben, ben ik volledig, en wanneer ik in gezelschap ben, ben ik niet volledig. Alleen voel ik me toch beter.” En over de stabilitas loci: “Het is goed je te verplaatsen met een voorraad grote stilte in je ziel: bij voorbeeld reizen. Dan lijkt alles helder, vol betekenis en alles leidt naar het goede resultaat. Maar het is ook zo dat ‘op je plaats blijven zitten’ alleen goed is met een voorraad grote beweging in je ziel. Kant zat zijn hele leven: maar hij had zoveel beweging in zijn ziel dat door zijn ‘gezit’ werelden in beweging kwamen.” Ook: “Ik stond in een kapelletje, en ik merkte dat ik niets hoorde van wat er gezegd en gezongen werd. En ik was daarheen gegaan met de bedoeling te luisteren en erin op te gaan. Toen dacht ik: ik ben werkelijk een vreemdeling – altijd en overal, waar ik ook kom, op ieder ogenblik. Alles is mij vreemd, door een eigenaardig, overgeërfd gevoel van vervreemding.” Rozanov, die meent dat er in wezen altijd een klooster in zijn ziel heeft gestaan, schreef ook: “Wat denk ik van de jonge generatie? Niets. Ik denk er niet aan. Af en toe denk ik eraan. Maar altijd met medelijden. Het zijn wezen.” Er is weinig farizees aan de man. Hij heeft het niet zo op de medemens: “De maatschappij, zij die ons omgeven, doen de ziel afnemen in plaats van toenemen. ‘Toenemen’ doet zij alleen door een heel intieme en zeldzame sympathie, ‘van ziel tot ziel’, een ‘eenheid van geest’. Dingen die je in een heel leven maar één of twee keer vindt. Daarin bloeit de ziel op. Zoek die. En ontvlucht de menigte of loop voorzichtig om haar heen.” Kun je denken in Parallelschwung?

dinsdag 6 november 2007


Pas op voor de ontrijmer
In Antwerpen moeten dichters op de tram op hun tellen passen. Ze doen er verstandig aan om als ze inspiratie hebben en invallen in hun opschrijfboekjes noteren rijmwoorden te vermijden. Anders lopen ze het risico de ontrijmer uit zijn kast te lokken, en wie weet tot wat voor situaties dat kan leiden….

maandag 5 november 2007


Waarde landgenoten….
België is, als het in de huidige vorm al blijft bestaan, wat monarchie betreft een uniek land. Waar staatshoofden als de koninginnen Beatrix en Elizabeth onderdanen hebben, moet Albert II het zonder stellen. Zoals al zijn voorgangers dat ook moesten. In de Belgische monarchie bestaat namelijk geen koning of koningin van België maar uitsluitend een koning of een koningin der Belgen. De Bulgaarse en Franse monarchen mochten zich indertijd evenmin koning van hun land maar ‘slechts’ van zijn inwoners noemen. Koning van België of koning der Belgen betekent echt wel iets anders natuurlijk. Het betekent dat de vorst geen enkele goddelijk of juridisch recht heeft op België, maar dat hij koning is bij gratie van de Belgen die na hun revolutie in 1830 voor een monarchie opteerden, en in 1831 een eerste koning verkozen. Er is hier ook geen sprake van de leus De koning is dood, leve de koning! omdat totdat de nieuwe vorst de eed heeft afgelegd de Ministerraad de macht van de koning uitoefent. Na die eedaflegging ‘neemt’ de koning ‘bezit’ van de troon hetgeen benadrukt dat die niet van hem is maar van de Belgen. Omdat de Belgen historisch en juridisch hun koning zijn voorgegaan (hij is bij de Belgen gekomen en niet vice versa) zijn ze niet zijn onderdanen, maar zijn landgenoten. Zou er ooit écht nog een koning Filip / roi Philippe / König Filip komen….?

Vasthoudend
Afstervend lover is een lust voor het oog: de herfst verfraait de wereld met allerhande schakeringen bruin, geel en groen. Er zijn bomen die zich al volledig bij de nieuwe winter hebben neergelegd. Maar er zijn ook bladeren die dat vooralsnog vertikken. Aan Willaard in Mortsel troffen we dit vasthoudende blaadje, dat weigert zijn tak te verlaten. Benieuwd hoe lang deze koene kleine de eenzaamheid kan verdragen….

zondag 4 november 2007


Ze leren het nooit
Het wordt deze week spannend op politiek vlak: ofwel stemmen de Franstaligen in met een onderhandelde oplossing voor het kiesdistrict Brussel-Halle-Vilvoorde, ofwel splitst een Vlaamse meerderheid die zonder Franstalige medewerking. Dat mag van de grondwet. België staat mogelijk voor historische uren, want als de Franstaligen moeilijk blijven doen gaapt voor het regime het ravijn. Sommigen zien de bui al hangen. Zoals mevrouw Marie Claire Houard uit Luik. Die is een petitie gestart voor de eenheid van België / Pour l’unité de la Belgique / Für die Einheit Belgiens. Ze doet daartoe een oproep in de drie landstalen. Marie Claire Houard is francofoon, zoveel is wel duidelijk. De Franse tekst ronkt correct, voor de Nederlandse heeft ze niet eens de moeite genomen die eens goed na te laten lopen. Zaken die alleen maar minderheid betreffen had natuurlijk moeten zijn Zaken die alleen maar een minderheid betreffen. Onze Eendracht zal onze macht zijn had natuurlijk moeten zijn Onze eendracht zal onze macht zijn. Via ons internet site had natuurlijk moeten zijn Via onze internetsite. Dzju. Ze leren het nooit, en ze begrijpen de ergernis niet die ze hiermee bewerkstelligen. Toemetoch….
Mies is onverslijtbaar
Van links naar rechts op deze opname Mies Bouwman, Moeder Aller Nederlandsche Televisiepresentatrices, de zuurstokroze plaatselijke markiezin en markies en Nell Kees. En die laatste is mijn zusje. Zij had geregeld dat het Monuta Charity Fund geld bijeenbracht voor een zogenaamd muziekbed voor ouderen. Dat werd in Huize Catharina in Bergen op Zoom overhandigd door niemand minder dan Mies, die nog immer zo klinkt als ten tijde van Open Het Dorp en Een Van De Acht. Ons ma zaliger was een enorme fan. Wat zou ze geglunderd hebben. Mies Bouwman ziet er overigens voor haar 78 (!) nog bijzonder patent uit.

zaterdag 3 november 2007


Spoorloos
Hoogst merkwaardige situatie. Daar waar de Mercatorstraat ter hoogte van de Zurenborgstraat overgaat in de Cuperusstraat eindigen, nota bene in de schaduw van de treinsporen die over de berm aan de linkerkant voeren, de rails van de tram abrupt. Of: ze beginnen daar om volkomen onduidelijke redenen zomaar plotsklaps. Hoe dan ook een raadselachtig fenomeen.

vrijdag 2 november 2007